Vakantie

Vakantie

531 woorden, 3 minuten leestijd.

Wij vieren onze vakantie in het oude klooster van Durbuy, een plek waar de tijd op magische wijze lijkt te zijn gestopt, alsof ze hier honderden jaren geleden besloot te blijven. De muren, beladen met de adem van eeuwen geschiedenis, vertellen oude verhalen. Maar als we het huis binnengegaan, verwelkomt de moderne inrichting ons met zijn schijnbare eenvoud en verfijning. Het contrast is niet minder dan opmerkelijk, maar het past op de een of andere manier volkomen natuurlijk samen – alsof het klooster zelf deze nieuwe huid heeft uitgekozen.

Durbuy, dat zichzelf zo bescheiden de kleinste stad ter wereld noemt, heeft iets oneindigs in zich. In zijn kronkelige steegjes en achter elke bocht schuilt een stil geheim, wachtend om door de aandachtige ziel te worden ontdekt. De stad draagt zichzelf, omsloten door de bossen die eeuwig prevelen, als gehuld in een mantel van stilte die liefdevol om je schouders wordt geslagen. Hier kun je ademen, echt ademen, en het leven langzaam door de aderen voelen sijpelen.

We gaan hier ’s ochtends de bossen in, en het gebladerte onder onze voeten ruist als vage woorden. De lucht is schoon, haast doorzichtig, en vol met nieuwe gedachten en oude dromen. De sporen die we achterlaten, lijken heel bewust dieper in het landschap te snijden, alsof de aarde zelf bereid is haar geheimen aan ons te onthullen. Het is in dergelijke wandelingen dat mijn geest zich ontspant en de woorden, die ik wanhopig probeer te vinden, proberen hun weg naar buiten te vinden.

Eenmaal thuis herkent het appartement ons en begroet ons als een lang verloren vriend. Ik loop naar een hoek waar de avondzon melancholisch door de ramen naar binnen schijnt en ga zitten in een stoel bij een boek dat geduldig op me heeft gewacht. Er is een soort geluk in dat zitten, terwijl de wereld over zijn kop gaat, dat me voorbereidt op het echte werk dat volgt: herschrijven.

En hier, in de stilte van Durbuy, ontstaat de ruimte voor het harde werk van herschikken, schrappen, in banen leiden van het verhaal en de scènes zoals ze zouden moeten lopen. En vervolgens, wanneer de avond verder valt, komt het tweede deel van de dag – echt een feestje. De keuken van dit oude klooster is een tempel op zich, waar alle ingrediënten zich vermengen als kleuren op het doek van een schilder. Alle maaltijden worden een ceremonie, een lofzang van de grote geneugten van het leven. Ik bereid het eten met het seizoen, in smaakherinneringen aan elders, en met de liefde voor de handeling van koken.

Het zijn deze momenten, aan tafel met mijn gezin, dat de tijd lijk te vertragen tot een bijna ongebruikelijke mate, alsof elk moment kan doordringen met meer betekenis in onze herinneringen. Durbuy, met haar verstilde schoonheid en ontelbare inspiratie, verschaft mij alles wat ik nodig heb om te schrijven, te denken, en vooral gewoon te zijn. De dagen vermengen zich hier als de beken en rivieren die door het landschap slingeren, en ik ben me ervan bewust dat dit nog maar het begin is, het begin van iets groots, van iets wat zal blijven, lang nadat de stenen van het klooster zich weer te ruste hebben gelegd.