“Sorry, meneer, maar ik kan dat boek niet terugnemen. U heeft het duidelijk al gelezen,” zei Tim, de jonge verkoper, terwijl hij het boek van de toonbank pakte, doorbladerde naar pagina 35 en de klant de vaalbruine veeg links onderaan de pagina toonde. “U bent toch met mij eens dat ik dit niet kan terugnemen?” Zonder een woord toe te voegen wees Tim de man ook op de vreemde ronde afdruk op de beschadigde kaft aan de voorzijde, alsof er iets zwaars op had gestaan.
“Maar ik kom dit boek helemaal niet terugbrengen, jongeman,” antwoordde Jongerius, duidelijk geïrriteerd door zoveel domheid. “Nogmaals, ik wil graag hetzelfde boek maar dan met een harde omslag en graag verpakt in een cadeauverpakking.” Met een zucht sloeg Jongerius zijn armen over elkaar en liet het even bezinken bij de verkoper. “Hoe moeilijk kan dat zijn? Ik wil gewoon hetzelfde boek maar dan de luxe-uitvoering.”
“Dan heb ik u denk ik verkeerd begrepen, mijn excuses,” zei Tim nederig.
Tijdens de korte stilte die Jongerius expres liet vallen, nam de verkoper de man aan de andere kant van de toonbank aandachtig op. Zijn borstelige wenkbrauwen vielen hem het meest op en pasten precies bij zijn vermoeid kijkende ogen daaronder. Zijn neus verraadde een drankzucht en aan de lichtelijk paarse kleur te zien bestond die zucht al geruime tijd. Zijn ruige donkere haardos, hier en daar doorweven met grijze draden, gaf hem het onverzorgde uiterlijk van een alleenstaande man. Zijn beige, hoog dichtgeknoopte, ouderwetse regenjas deed verder ook geen goed aan zijn uiterlijk. Op zijn duim, wijs- en middelvinger ontdekte Tim dezelfde bruine kleur als de veeg op pagina 35 van het boek, wat correspondeerde met de bruine kleur op de onderlip van zijn klant. Een stevige roker, bedacht hij, vermoedelijk van zware shag.
“Ik zal het boek moeten bestellen, meneer,” doorbrak Tim de ongemakkelijke stilte. Van de andere zijde van de toonbank kwam alleen maar een diepe zucht, en de verkoper begon zich zichtbaar minder op zijn gemak te voelen.
“Niets bestellen, jongeman. Kijk eens in de etalage. Daar ligt hetzelfde boek met de harde omslag tentoongesteld.”
Tim glimlachte vriendelijk en legde uit dat het exemplaar in de etalage niet geschikt was voor de verkoop omdat de omslag door het binnenvallende zonlicht al aan het verkleuren was.
“Heeft het dezelfde dikte als mijn exemplaar?” Jongerius stapte richting de etalage, pakte over de scheidingswand heen het boek, en legde het met een precies gebaar strak naast zijn exemplaar op de toonbank. Met zijn bruine vingertop veegde hij over de kaft van beide exemplaren om te ontdekken dat het boek met de harde kaft iets hoger was.
“Perfect, precies die paar millimeter die nodig zijn. Dan wil ik graag dit exemplaar, jongeman.”
Tim werd een beetje kriegel van dat “jongeman” en probeerde vriendelijk de klant erop te wijzen dat dit exemplaar niet voor de verkoop bestemd was.
“En toch wil ik het graag van u kopen. Ik betaal de normale prijs die daarvoor staat, natuurlijk,” zei Jongerius terwijl hij zijn portemonnee al tevoorschijn haalde. “En graag als cadeautje inpakken alstublieft, jongeman.” Tim gaf het op en verkocht het boek, rekende de halve prijs, pakte het netjes in glimmend rood pakpapier in en plakte met een adressticker van de winkel enkele sierlijk gekleurde linten aan de voorzijde van het pakketje.
“Alstublieft meneer, maar mag ik u iets vragen?” Zonder op een antwoord te wachten ging Tim verder. “Waarom speciaal dit exemplaar terwijl u binnen 48 uur een nieuw kunt hebben?”
“O, dat mag u best weten hoor, jongeman,” Jongerius hield de twee boeken op borsthoogte voor zich. “Mijn moeder is jarig en geeft vanmiddag een tuinfeestje. Dit boek is mijn perfecte geschenk voor haar.” Jongerius hield het feestelijk verpakte exemplaar omhoog. “Met dit boek onder de rechterpoot van de grote marmeren tuintafel wiebelt die wat minder en kan ik onder het genot van een glas port en zonder morsen eindelijk mijn boek eens uitlezen.” Het andere boek ging nu de lucht in. “Dank u wel, jongeman. U was zeer vriendelijk.” Verbaasd keek Tim de man na totdat deze uit het gezichtsveld verdwenen was.