Einde van mijn wereld

Einde van mijn wereld

Soms heb ik een idee voor een verhaal en laat mijn fantasie de vrije loop en zet voorzichtig een verhaallijn op. Of ik ooit wat met het verhaalidee ga doen? Geen idee.


Einde van mijn wereld

Op de dag dat mijn wereld eindigde, zat ik te kijken hoe alles waar ik ooit om had gegeven in één ogenblik werd uitgewist. Een moment dat ik nooit zal vergeten. Mijn naam is Hannah, en hoewel mijn lichaam de grootste, meest destructieve oorlog overleefde die mijn volk ooit had gezien, stierf mijn ziel samen met mijn wereld.

De avond viel rustig, en de lucht was beladen met de geur van verwoesting. Terwijl ik op mijn bed zat, leek de tijd stil te staan. Het rookspoor, lui zwevend door de nachtelijke hemel, was als een voorbode van naderend onheil. Plotseling, zonder waarschuwing, explodeerde alles om me heen. Vuurzuilen schoten omhoog buiten mijn raam, elk huis aan de overkant van de straat werd systematisch verwoest, rij na rij.

In een flits van paniek sprong ik uit bed, griste mijn kamerjas en een zaklamp, en rende de trap af. Onderweg controleerde ik vluchtig of mijn ouders en broers al in beweging waren. Beneden zag ik mijn vader, in zijn hand vijf gasmaskers, waarvan hij er zelf één droeg. Hij duwde er een in mijn hand en leidde ons naar de kelder. Net toen we veilig de duisternis van de kelder hadden bereikt, klonk er een dreunende slag, als een klap van het noodlot zelf, en stortte het huis boven ons in elkaar door de genadeloze inslag van een bom.

Mijn moeder en broers voegden zich snel bij ons in de kelder, die ik nu besefte een bunker was. Langs de muur lagen rijen ingeblikte goederen, een stapelbed, goedkoop linnengoed en een kleine draadloze radio op een tafeltje. Net toen we ons veilig in de duisternis van de kelder hadden gesetteld, klonk er een dreunende slag, als een klap van het noodlot zelf, en stortte het huis boven ons in elkaar door de genadeloze inslag van een bom. Mijn jongste broer, David, keek verdwaasd en bang om zich heen, terwijl Ruben, de oudste, ons aanspoorde om rustig te blijven.

“Val vader en moeder nu niet lastig”, waarschuwde Ruben ons. “Het is heel belangrijk dat we rustig zitten en alles doen wat ze zeggen.” Daniël, de op een na jongste, vroeg wat er aan de hand was. “We worden aangevallen. We weten niet waarom, maar zodra vader en moeder het via de radio horen, zullen we het weten.”

We wachtten in stilte, terwijl de tijd traag verstreek. Samuel en Daniël vielen in slaap, toen plotseling de radio tot leven kwam met een gekraak van statische elektriciteit. “De bombardementen zijn nu gestopt. Blijf alstublieft in uw huizen. Verdere informatie zal binnenkort worden bekendgemaakt.”

Mijn ouders slaakten een zucht van verlichting, maar hun ogen spraken van bezorgdheid. “Wat betekent dit, vader?” vroeg ik, maar diep van binnen kende ik het antwoord al. We zouden nooit meer terugkeren naar ons huis, naar de vertrouwde velden, bomen en vriendelijke gezichten. Onze wereld was voorgoed veranderd, en met die verandering stierf een deel van ons.