Beroepen week op school in de klas van HAVO/VWO 2.
In de klas klonk luid gejoel toen agent De Waard zijn collega, die een pijnlijke grimas trok, snel losliet. De collega keek De Waard verwijtend aan en vroeg waarom het zo hard moest. Agent De Waard, de stiefvader van Jeroen Gast, was voor de gelegenheid uitgenodigd. Geert, zoals Jeroen’s vader heet, had net met zijn collega Piet een arrestatie van een tegenwerkende arrestant gedemonstreerd. Piet wreef voorzichtig over zijn pijnlijke arm en fluisterde Geert toe dat ze maar beter met de joints konden beginnen.
“Goed, even een vraag aan jullie allemaal,” begon Geert. “Wie van jullie heeft weleens gerookt? Ik bedoel dan wiet of zoiets?” Hij keek vragend rond, maar geen van de leerlingen maakte een geluid. Juf Els verzekerde hem dat er in deze klas geen aanwijzingen waren dat de kinderen ook maar dachten aan sigaretten of dergelijke.
“Jammer, eh, ik bedoel gelukkig maar,” herstelde hij zich snel.
“Hebben jullie ooit een jointje van dichtbij gezien, je weet wel, marihuana?” Heel HAVO/VWO 2 schudde het hoofd. Piet reikte Geert een plastic zakje aan met daarin tien stevig gedraaide joints. “Jullie mogen ze even bekijken en ruiken, maar geef ze daarna door,” zei hij terwijl hij hier en daar een joint uitdeelde. Vooral de jongens vonden het stoer om met een joint in de mond een selfie te maken. Een van de meiden likte even aan een joint nadat ze deze een stukje had opengekrabd. Kortom, dikke pret.
Ondertussen vertelde Geert over de gevaren van drugs en de daarmee verbonden criminaliteit. De leerlingen luisterden maar half vanwege het geroezemoes. Aan het einde van de les sommeerde Geert dat alle joints weer terug moesten in het zakje. “Tien stuks, ik tel ze na,” zei hij streng en gaf het zakje aan Ellen die de eerste met veel spijt terugstopte en het zakje aarzelend doorgaf aan Jacco achter haar.
De bel voor de grote pauze rinkelde en klas HAVO/VWO 2 stond luidruchtig op om het lokaal te verlaten. Een van de jongens gaf het plastic zakje met joints aan juf Els, die er met een vies gezicht naar keek. “Geeft u deze maar aan mij,” zei agent Piet terwijl hij zijn hand uitstak. Er moest namelijk eerst nog even geteld worden. Twee, zes, negen, elf? Nog eens tellen. Nee, het waren er echt elf… Juf Els griste snel een joint uit de handen van agent Piet en deponeerde deze in haar la. “Ik kom er morgen wel achter van wie die geweest is,” zei ze met trillende stem.