Bij het aanbreken van de dag vluchtten Lot, zijn vrouw en hun twee dochters haastig uit de verdoemde steden Sodom en Gomorra. Geleid door engelen baanden ze zich een weg naar buiten, de zondige en corrupte inwoners achterlatend. De engelen waarschuwden hen om niet achterom te kijken terwijl ze aan de dreigende vernietiging ontsnapten.

Met angst in hun harten vluchtten ze naar de veiligheid van de bergen. Terwijl ze onderweg waren, vulde een oorverdovend gebrul de lucht, vergezeld van vurige verwoestingen achter hen. Lots vrouw, die de verleiding niet kon weerstaan, wierp een noodlottige blik achterom en veranderde meteen in een zoutpilaar, voor altijd herinnerd als een bewijs van haar ongehoorzaamheid.

Lot en zijn dochters, geschokt door de rampzalige gebeurtenis, zochten hun toevlucht in een grot hoog in de bergen. Omdat ze dachten dat ze de enige overlevenden waren en hun harten zwaar waren van verdriet, namen de dochters een drastische beslissing. Ze besloten om het geslacht van hun familie in stand te houden door hun vader wijn te laten drinken en twee nachten achter elkaar met hem naar bed te gaan, waardoor beide dochters zwanger werden.

Zo kwamen Lot en zijn dochters uit de steden van de zonde tevoorschijn, getekend door de verwoesting en voor altijd veranderd door de keuzes die ze hadden gemaakt. Het verhaal van hun ontsnapping herinnert ons aan de gevolgen van ongehoorzaamheid, de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan en de complexiteit van het overleven onder verwoestende omstandigheden.