Mijn laatste adem

Mijn laatste adem

Een zucht van adem ontglipte me, mijn levenskracht verbleekte, overschaduwd door de diepe duisternis. Een melodie klonk, kalmerend en simpel, maar met een vleugje genot. Uit het niets weerklonk een machtige stem: “JJM25041959, meld je bij de poort.” Ik keek omlaag en zag een rechthoekig wit stuk papier op mijn schoot liggen, met de woorden “JJM25041959, veroordeeld”. Ik keek op en aanschouwde een klein scherm, waar cijfers en letters in razend tempo verschenen. Om me heen slechts een dikke mist en een eindeloze rij stoelen, zo lang dat ik het einde ervan niet kon zien.

Ik stond op van mijn stoel en de mist trok langzaam weg. Daar doemde een automatische deur op, gehuld in een vage oranje gloed die het zicht belemmerde op wat erachter verborgen lag. Een onweerstaanbare drang om de poort binnen te gaan overspoelde me. Ongecontroleerd sprintte ik naar de deuren en op het moment van aanraking voelde ik een elektrische schok door mijn lichaam schieten, terwijl een verblindend licht me omhulde. En daar was ik, omringd door het geritsel van papier, rinkelende telefoons, fluisterende gesprekken en het ritmische getik van ouderwetse toetsenborden. Ik hoorde een lage, nasale stem: “Welkom in je hiernamaals, JJM25041959.” Ik keek om me heen en zag een kantoor in jaren 50-stijl, met mintgroene muren en pisgele tegelvloeren. Maar er klopte iets niet. Naast me stond een skelet gehuld in een babyblauwe jurk met roze bloemmotieven en een rode pruik. Mijn eigen handen, eens bedekt met vlees en bloed, waren nu slechts gladde witte botten.

Ik keek naar het skelet en vroeg: “Waarom dragen al die skeletten belachelijke outfits?”

Op kalme en nonchalante toon antwoordde het: “HR denkt gewoon dat het past bij ons soort werk.”

“Welk soort werk?” vroeg ik haastig.

“Nou, je weet wel, de De Man met de Zeis. Er zijn eigenlijk duizenden van ons, en iemand moet al het papierwerk voor ons doen,” antwoordde het skelet opnieuw, zonder enige zorg.

“Dus dit is wat ik voor de eeuwigheid zal doen?” riep ik gefrustreerd uit.

“Ja hoor, je was niet slecht, maar ook niet goed. Gewoon middelmatig. En dit is wat middelmatigheid je brengt. Maar we hebben wel een tafelvoetbal in de kantine, wil je die zien?” Hij sprak opgewonden.

“Waar is HR?” eiste ik.

“Ga de hal door, eerste links, en loop door tot je een gouden deur ziet,” flapte hij eruit.

Ik sloeg de hoek om en keek naar de immense gouden deur, versierd met robijnen en saffieren. In het midden prijkte een klein bruin bordje met de woorden “HR Management. Gelieve aan te kloppen alvorens binnen te gaan.” Op dat moment verscheen er een belletje naast het bordje. Ik drukte erop en vrijwel direct werd ik met luide stem gesommeerd naar binnen te gaan.