Avontuurlijke en sombere gebeurtenissen van de Groenlandsvaarder (4)

Avontuurlijke en sombere gebeurtenissen van de Groenlandsvaarder (4)

Geraadpleegd via DBNL (KB, nationale bibliotheek)

Een reeks van avontuurlijke en sombere gebeurtenissen die de Groenlandvaarders hebben doorstaan (4).

Wie altijd op het land of in de besloten steden leeft, hoort zelden het verhaal van degenen die naar Groenland reizen. Hij kent het vissen wel, maar meestal met een simpele hengel en met een paar gebruikelijke technieken zoals de zegen en het schakelnet, zowel binnen als buiten de dijken, in zoet en zout water. Hij hoort verhalen over hoe men hoeken, schellevis en kabeljauw vangt, maar verder dan dat komt hij niet. De verhalen over de verschrikkingen en ontberingen die vaak plaatsvinden, heeft hij nooit gezien of gelezen in boeken. Ook de legende van Abraham, die beroemd is vanwege de vangst van een vinvis bij Sint-Anna-Land, blijft hem onbekend.

Het lijkt een buitengewone daad van moed en gedurfde avontuurlijkheid, iets wat nog nooit eerder op deze manier werd verteld. De drukkunst heeft ons weliswaar veel herinneringen opgeleverd, maar dit specifieke verhaal heeft nooit de aandacht gekregen die het verdient. Het fascineert me, omdat de drukpers er geen melding van heeft gemaakt. Deze enorme visserij, uitgevoerd met zoveel schepen en bemanningen, waarvan duizenden betrokken waren, mag door iedereen die geïnteresseerd is, zelf worden ontdekt.

Noord-Holland en het waterrijke land kunnen getuigen dat veel inwoners van deze handel leven. Deze visserij, met al zijn pracht en levensgevaar, verbaast me niet dat er nog steeds mensen zijn die hun leven wagen voor hun bestaan. Ze doorstaan niet alleen het gevaar van stormen en winden, wat elke zeeman kent, maar ook de ellende van het ijs en de zware omstandigheden waarin ze de vis proberen te vangen.

Geen enkele vaart of handel brengt zoveel problemen en verdriet met zich mee. Wie dit leest, zal verwonderd zijn en denken: “Ik had nooit gedacht dat dit zo getoond zou worden.” Jij die dit leest, overweeg met mij het nut en de grote waarde hiervan. Zie je een Groenlandse gast in de wintertijd, veracht hem dan niet en zeg niet dat hij een luiaard is. Denk liever aan de ontberingen die hij heeft doorstaan. Iedereen kan het zich voorstellen, want het is gebruikelijk om te betreuren wat men heeft doorstaan in storm en wind en zee.

In de duisternis van de nacht, met mist of ijskoude omstandigheden, heb je, net als anderen, ook mist en ijs ervaren en ben je heen en weer geslingerd. Je was bevreesd voor de kust en rotsen, in levensgevaar door breken of stoten, wat iedereen die vaart overkomt. Maar het ijs is iets wat je persoonlijk overkomt. Je moet er diep in wroeten en verder zeilen, alsof je een hele vracht in Amsterdam moet kopen voor een paar stuivers. Zo diep in het ijs moet je de vis vangen. Want daar verschuilt de vis, en je moet dieper in het ijs om hem te vinden. Zodra je diep genoeg bent, begint het echte gevaar. Wie een gemakkelijk leven zoekt, moet zich daar niet aan wagen.

Dit is weinig genoeg, wat ik hier vertel, vanuit mijn eigen ervaringen en die van anderen in hun dagboeken. Als ik alles had geweten en het me de moeite waard was, zou ik een groot boek schrijven voordat ik rust. Het beschrijven van alle gebeurtenissen en omstandigheden zou zo veel zijn als zand op het strand tellen, het zou nooit volledig zijn.

Dat je verwonderd bent, is heel begrijpelijk. Laten we onze verwondering met een juiste afweging benaderen, ieder in zijn eigen vak. Wie timmert, metselt, smeedt of op het weefgetouw zit (met andere woorden, wie een ambacht uitoefent), moet dankbaar zijn voor de Heer die ons heeft geschapen en ons van zulke noden heeft bevrijd. Hij voorziet ons van heerlijke voeding, niet alleen met brood van gerst, rogge en tarwe, maar ook met wat ons werkelijk ten goede komt. Het lijkt bijna een paradijs, waar men alles vindt, elk op zijn beurt en wijze.

Jongelingen die voor hun trouwe ouders zorgen, worden vroeg in de ochtend uit hun slaap gewekt. Wees daarom niet misnoegd, maar pas je aan wat op dat moment nodig is. Ons eerste werk is om te danken en te bidden dat God ons trouw heeft bewaard te midden van zoveel gevaar dat ons had kunnen treffen. En dat Hij over ons, als een vruchtbare zon, niet alleen zegen maar ook voorspoed verspreidt. Door dankbaarheid en vroomheid verkrijgen we Zijn zegen.

Het gebed, de dankbaarheid en de voortdurende nederigheid zorgen ervoor dat Gods zegen over ons wordt uitgebreid. Hoewel de een misschien meer moet doen voor zijn dagelijks brood dan de ander, moet men weten dat degene die zijn voedsel in rust aan land kan verkrijgen, lichamelijk gezien een gelukkig man is. Het geluk van zo iemand is groter dan vele schatten die moeilijk te verkrijgen zijn.

Daarom, met plezier, gaat ieder in zijn eigen ambacht aan de slag, nadat ieder heeft geleerd. Ook al wordt men moe, het is buiten lichamelijk gevaar en wat ons kan bevallen, gebeurt overdag tot voedsel en ’s nachts kunnen we rusten. Wat we hebben meegemaakt bij het Groenlandse volk, geeft ons zeker weer nieuwe moed. Laat de tijd het toelaten, lees geestelijke boeken en wordt wijs door te begrijpen wat er in alle hoeken van de wereld gebeurt. Zo zie je en begrijp je wat vele mensen meemaken en wat er allemaal gebeurt. De meeste mensen zullen uiteindelijk ontdekken dat een tevreden gemoed het allerbeste is.

Wat een groot verschil is het om dagelijks mist, sneeuwjachten en bittere kou aan handen en voeten te ervaren, waarbij de vingers bevriezen, en om felle beren en vis tegen te komen die elk voor ons een angst zijn? Terwijl men kan genieten van het heerlijke siersel van bloeiende bloemen, en dagelijks aangenaam weer dat alle vruchten voedt en ons hart verkwikt.

Dit alles, samen met de lammeren in de weiden, leert ons om met vreugde de hoogste lof te verspreiden. De lof van iemand die vroom en wijs is, opgedragen aan de Allerhoogste God, kan Hem op het hoogste behagen.

Voor niemand is het aangenamer dan voor degene die alles heeft, om met verstand de eer van alles aan God te geven.